Psychosociale existentiële therapie
Binnen mijn praktijk bied ik psychosociale therapie aan mensen met uiteenlopende hulpvragen. Ieder mens heeft eenzelfde behoefte om gezien, gehoord en daardoor erkend te worden. De houding van de therapeut is daarbij cruciaal.
Een eerste vrijblijvende kennismaking is voor mij áltijd de start van gezamenlijk contact. Een eerste contact waarin je met je hart mag voelen of er voldoende vertrouwen is om samen een traject aan te gaan. Waarin je de vrijheid mag voelen om ‘nee’ te kunnen zeggen.
Het gaat mij niet om een eerste hulpvraag, om één probleem in kaart te brengen of over het bieden van oplossingen. Het gaat vooral om het menselijk contact en samen (systemisch) durven en kunnen kijken naar de onderliggende existentiële levensvragen (wie ben ik, mág ik er zijn, wat is de zin van mijn bestaan).
Volwassenen hebben wanneer zij vastlopen in het leven vaak de vraag ‘wie mag ik zijn, want wie wás ik in wezen’. Dit gaat over existentiële vraagstukken. In de loop van je leven verandert je levensverhaal, beïnvloed door alle gebeurtenissen die je hebt meegemaakt en de rollen welke je vervult. Volwassenen raken in hun leven soms hun autonomie en daarmee samenhangende authenticiteit kwijt. Daarmee kan er een innerlijk conflict ontstaan, waardoor er stress ervaren wordt en het procesmatig functioneren onder druk komt te staan. Procesmatig functioneren houdt in dat de cliënt zijn/ haar gevoelens en gedachten over de situatie toelaat, erkenning geeft en leert toetsen aan de werkelijkheid.
Ik ben als psychosociaal therapeut opgeleid vanuit het gedachtengoed van de Persoonsgerichte Experiëntiële Psychotherapie. Deze hanteert het uitgangspunt dat ervaringen in het verleden van grote invloed zijn op hoe mensen in het ‘hier-en-nu’ denken, emotioneel reageren en zich gedragen. Niet iedereen is in stressvolle situaties (nog steeds) in staat tot procesmatig functioneren. Door nare, onveilige en moeilijke ervaringen in onze voorgeschiedenis kan het natuurlijk contact met onze binnen- en buitenwereld verstoord zijn geraakt. Procesmatig functioneren kan belemmerd worden door (hardnekkige) schaamte- en schuldgevoelens, door negatieve denkpatronen en door gebrek, of juist overdaad, aan emoties.
Negatieve ervaringen in het verleden kunnen leiden tot onhandige automatische reactiepatronen in het heden. Om deze niet-effectieve patronen te veranderen, schept de therapeut een veilige, effectieve werkrelatie waarbinnen de cliënt nieuwe ervaringen kan opdoen en nieuwe patronen kan aanleren. De cliënt krijgt in dit therapeutisch contact de gelegenheid om 'op verhaal' te komen en wordt daarmee geholpen zich bewust te worden van aanwezige gevoelens, overtuigingen en functioneren. Dit leidt tot nieuwe groei- en interactiemogelijkheden voor de cliënt'.
(bron: www.socialeacademieutrecht.nl)